Gepost door: pharailde | maart 12, 2012

#Wijvenweek – Iets van beautyqueen en diepste gedachten

Ik las gisteren al een aantal blogs op wijvenblogs.be en vond ergens een interessante tip: eerst zelf schrijven en dan pas de rest lezen. Ik was van plan om dat ook toe te passen, maar dat is niet gelukt. Terwijl ik ’s middags mijn boterhammekes opeet, probeer ik doorgaans, lekker ontspannend, een deel blogs bij te lezen. Zelf schrijven lukt dan niet zo goed, omdat ik daarvoor mijn handen nodig heb, en die zijn al in beslag genomen door het eten.
Dus liet ik mijn oorspronkelijk plan maar varen, en las ik al een en ander van de wijvenweekdinges. Om tot een opmerkelijke vaststelling te komen. Ik weet van mezelf dat ik geen typisch wijf ben en de beautyqueen zit heel diep verborgen (ergens bij de god die in het diepst van mijn gedachten zit). Maar ik ben dus overduidelijk niet alleen, amai. Welke indruk de Flairs en de Libelles en de weekendmagazines van de gazetten en de dure glossy lifestyleboekskes ook mogen geven met al hun reportages over de nieuwste make-uptrends, in het echte leven gaat het vooral gewoon om verzorging en hygiëne, en veel minder om de looks. Maar dat wisten we zo ook al natuurlijk, want we maken deel uit van dat echte leven.

Ook hier ziet het ochtendritueel er eender uit. Mezelf losrukken uit de armen van Morpheus, nadat de wekker zich al enkele keren geroerd heeft (leve de snoozefunctie!). Toch tijdens weekdagen. In het weekend is het hetzelfde ritueel, maar dan enkele uren later en zonder wekker, maar wel met de bedenking dat ik toch beter zou opstaan, omdat de dag anders toch wel te kort is (het is dan doorgaans al ergens tussen negen en tien). Een groot voordeel van groter kinders, die trekken hun plan.
Vervolgens gaat het richting badkamer. Rondlummelen in pyama zit er hier niet in, in eerste instantie omdat ik dat nooit draag (tenzij het buiten goed vriest), en ten tweede omdat ik geen mens ben als ik niet gedoucht heb. We beginnen met de ochtendplas, een klets goed koud water in het gezicht, wat ontschminkingslotion om de resten van de mascara van de vorige dag te verwijderen (het schijnt dat ge dat ’s avonds moet doen, maar dan heb ik daar nooit courage voor) en dan de weegschaal op. Vervolgens onder de douche en om de twee à drie dagen mijn haar wassen. Na het afdrogen, volgt een lik bodymelk. De regelmaat daarvan hangt ook een beetje af of ik al dan niet tijd heb, en van het seizoen: als het koud is, is het meer nodig anders schilfert mijn vel en jeukt het te veel. Wel dagelijks verplichte kost is een vettere dagcrème (tegenwoordig al vervangen door antirimpelcrème), of ik word gek van het trekken van mijn huid.
Als ik mijn haar was, gebruik ik shampoo (voor gekleurd haar), conditioner en een soort mousse, om toch de illusie te hebben om wat volume in mijn dunne pluimen te krijgen. Ook een reden waarom ik het föhn (en ook omdat ik niet graag meer met een natte kop rondloop). En dat klinkt misschien raar, maar terwijl ik mijn haar droog, lees ik ondertussen een stukje in het weekendmagazine van de krant; Multitasken noemen ze dat: ook al duurt dat drogen slechts luttele minuten, ik krijg het op mijn heupen van daar niets te staan doen, en zo’n stukje lezen is dan ideaal. Ondertussen geraken die boekskes dan ook gelezen (én opgeruimd). De haartoestanden worden afgewerkt met wat haarlak.
Ondertussen is het tijd voor de grote make-upwerkzaamheden: een zwart lijntje en een vleug mascara. Meer niet. Vroeger, en dan spreek ik van lang geleden, kwam er ook oogschaduw en lipstick aan te pas. Blush niet, want daar was ik niet handig mee. Met de oogschaduw eigenlijk ook niet, en dat is in de loop der jaren achterwege gebleven. Al dan niet toevallig, was dat recht evenredig met het aantal kinderen dat ons gezin telde. Maar ik moet al halfdood zijn voor ik geen lijnte en mascara aanbreng, zelfs toen ik vorig in het ziekenhuis lag na mijn operatie, laat staan dat ik de deur uitga zonder. Dan voel ik mij gewoon naakt en slecht en lelijk.
Het badkamerritueel wordt afgesloten met een lekker geurtje, en nemen zo’n half uurtje tot veertig minuten in beslag, afhankelijk of ik mijn haar moest wassen of niet. Ik ben trouwens ook zo’n wijf dat al gekleed en geschminkt is (of toch bijna) tegen dat de echtgenoot opstaat, maar dat is niet omdat hij mij niet ongeschminkt mag zien, maar omdat hij dan een half uur langer kan blijven liggen.

Tot slot nog enkele ontboezemingen:

– Mijn haar moet een regelmatige kleurbeurt krijgen, of ik ben nagenoeg volledig grijs. En neen, ik ben er echt nog niet aan toe om als grijsaard door het leven te gaan. Ook al stel ik het kleuren altijd uit (er zijn inderdaad leukere bezigheden), voel ik me altijd weer een pak beter als ik naar mijn donkerharig spiegelbeeld kijk.

– Wat ik ook opmerkelijk vind, is het feit dat er momenten zijn dat je je spiegelbeeld tegenkomt, en merkt dat je haar echt goed ligt (ook als dat een doodgewone dag waarin je niets anders dan huishoudelijke dinges doet). En dat je op momenten dat je kan/mag/moet uitgaan, geïrriteerd geraakt omdat er met je haar niets aan te vangen valt.

– Tot spijt van wie ’t benijdt, maar al het andere haar blijft gewoon staan. Vroeger schoor ik wel het haar op mijn benen, maar om een of andere reden is dat jaren geleden gestopt met groeien, dus heb ik daar nog amper haar. Meer dan gemakkelijk. Bovendien draag ik vooral broeken of lange rokken, dus er zijn maar heel weinig mensen die mijn benen zien (gelukkig voor hen). Met okselhaar heb ik geen enkel probleem, noch bij mezelf, noch bij anderen, evenmin als met schaamhaar, integendeel. Ik vind mét schaamhaar veel natuurlijker en mooier dan zonder. Waaraan ik trouwens wel moest wennen is het feit dat ook schaamhaar met de jaren dunner wordt én grijs.

– Aangezien ik er niet jonger op word, liggen rimpels in de lijn der verwachtingen, maar op dat vlak mag ik helemaal niet klagen, integendeel: een van de – weinige – voordelen van wat zwaarder te zijn, zo beschikken we over natuurlijke botox. Ik vermoed anderzijds niet dat ik veel moeite zou hebben met rimpels, ook al mogen ze nog wat op zich laten wachten. Ik heb meer moeite met die wallen. Ten eerste is daar uiteraard de leeftijd, ten tweede de vermoeidheid, maar vooral, ten derde, is dat een familietrek. Waarbij ik vrees dat die zalfkes en crèmekes die ik al gebruik, niet veel zoden aan de dijk zullen brengen.

– Over die make-up krijg je nu zowaar een van mijn diepste beautyqueengedachten: eigenlijk zou ik mij graag wat meer opmaken, ik vind dat wel leuk, maar dan op een manier dat het niet opvalt (heb echt geen zin om er als een schildersdoos uit te zien). Helaas, driewerf helaas, ik heb er geen verstand van, en bovendien heb ik geen idee welke kleuren het beste bij mij passen. Bv. foundation bestaat in tientallen tinten, en je moet die nemen die het dichtst bij jouw natuurlijke huidskleur ligt. Maar ik word gek als ik dat zelf moet bepalen. Toch zou ik dat in de zomer goed kunnen gebruiken, want ik heb de laatste jaren (oud worden zekerst) meer en meer last van donkere vlekken in mijn gezicht. Volgens de dermatologe is dat hormonaal en te vergelijken met een zwangerschapsmasker (wat ik nooit gehad heb tijdens mijn zwangerschappen). Om goed te zijn, zou ik helemaal uit de zon moeten blijven, maar dat is dus inmiddels alweer te laat. Wie zich geroepen voelt om mij raad te geven of te assisteren, be my guest.


Reacties

  1. […] Casa Murphy […]

  2. Je bent toch nog vier keer meer beautyqueen dan ik ooit zal worden.


Plaats een reactie

Categorieën